Beleidsdoel | 2.2 De kwaliteit van de natuur is goed/divers en veerkrachtig |
---|
Het voorstel faunabeheer bestaat uit een aantal met elkaar samenhangende onderdelen, vervat in onze besluiten van 2 maart 2021 “Tussenbalans Utrechtse ganzenafspraken” en 9 maart 2021 “Alternatieve methoden en preventie faunabeleid”. In deze besluiten geven wij, naast de tussenbalans van de Utrechtse ganzenafspraken en hoe verder, een nadere beschouwing en verdere invulling van het faunabeleid en -beheer gericht op preventie, en de daarmee samenhangende kosten. Dit mede overeenkomstig een aantal moties ingediend bij de Begrotingsbehandeling d.d. 11-11-2020 over de intensivering en (door)ontwikkeling van innovatieve alternatieve beheermethoden ter voorkoming van afschot en ter uitvoering van ons Coalitieakkoord “Nieuwe energie voor Utrecht 2019-2023".
Doorgaan en intensiveren met de ontwikkeling en het onderzoek naar nieuwe alternatieve en preventieve diervriendelijke maatregelen.
Sinds 2016 werken we met beperkte middelen aan pilots met betrekking tot de ontwikkeling van diervriendelijkealternatieve en preventieve maatregelen. Maatregelen gericht op respectievelijk het voorkomen van afschot en het weren en verjagen van diersoorten. Daarbij gaat het niet alleen over ganzen, maar over alle schadeveroorzakende diersoorten. We willen vooral ook de focus richten op innovatieve maatregelen. In de rapportage “Alternatieve methoden faunabeleid” als bijlage bij de Statenbrief alternatieve methoden en preventie faunabeleid (2021RGW64) d.d. 24 maart 2021, hebben wij alle kansrijke en lopende praktijkproeven en nieuwe initiatieven die het stadium van een praktijkproef nog niet gehaald hebben, toegelicht. Dit is het vertrekpunt van de intensivering. Ook zijn de structurele kosten meegenomen voor het plan van aanpak ter uitvoering van motie 105A “Stop afschot katten”. Deze alternatieve methode ter vervanging van het afschot moet de predatie van beschermde soorten door verwilderde katten eveneens voorkomen.
Continuering ganzenbeleid via tweesporen .
We zullen doorgaan met uitvoering van de liggende Utrechtse ganzenafspraken samen met de grondgebruikers in de Faunabeheereenheid, omdat daarmee is geborgd dat de gerealiseerde stand, die nu stabiel is, niet weer snel aangroeit. Wij voorkomen hiermee dat alle inspanningen vanaf 2013 tenietgedaan worden en de tegemoetkoming schade-uitkeringen snel zullen stijgen vanwege oplopende schade. Tegelijkertijd werken we met de Faunabeheereenheid aan nieuwe Utrechtse Ganzenafspraken 2.0. gericht op een interprovinciale toekomstbestendige aanpak van de ganzenproblematiek. Op grond van artikel 6.1 wet natuurbescherming zijn wij verplicht om schade veroorzaakt door beschermde diersoorten naar billelijkheid te vergoeden. We zien de laatste jaren deze gewasschade via de aanvragen tegemoetkomingen schade-uitkering verder oplopen. Het zwaartepunt daarvan ligt bij schade aangericht door ganzen.
De kostenraming
Om door te kunnen gaan met het ontwikkelen van en het daarbovenop intensiveren van de werkzaamheden gericht op alternatieve en innovatieve methoden en preventie faunabeleid (via opdrachten) en het initiëren van onderzoeken (via opdrachten) zijn nieuwe middelen noodzakelijk (inclusief capaciteit). Dit geldt ook voor de onderzoeksopdrachten als bouwstenen voor de nieuw te ontwikkelen ganzenafspraken (inclusief capaciteit). Deze middelen dienen in eerste instantie ter overbrugging van de periode tot de vaststelling van de nieuwe ganzenafspraken 2.0.
Structureel budget is nodig voor o.a. de invoering van de alternatieve methode verwilderde kat (€ 110.000 per jaar) en voor het nakomen van onze verplichtingen op grond van artikel 6.1 Wet natuurbescherming, de openeinderegeling faunaschade (€ 605.000 per jaar). De verwachting is, gezien de tendens van oplopende schade in de afgelopen jaren, dat deze waarschijnlijk doorzet en daarom eigenlijk structureel budget nodig is. Dit voorstel voorziet in financiering voor 2022 en 2023. De kosten zijn per onderdeel inzichtelijk gemaakt in de genoemde besluiten. Het totaal benodigde budget voor 2022 is € 1.474.000 en voor 2023 is dat € 1.446.000.